Geschreven door: Abel van Essen op 17 jarige leeftijd voor een schrijfwedstrijd van vereniging plusminus (bipolariteit) opgenomen in bundel: "tussen plus en minus"
Ik had een nachtmerrie’’ stotterde ik. ‘
’Waar ging de nachtmerrie over?’’ vroeg mijn moeder. ‘
’De waarheid’’ antwoorde ik.
Op het ritme van de muziek laat ik mijn lichaam voortbewegen. Van links naar rechts. Van boven naar beneden. Van toen naar nu. Een achtbaan die mij vervoert door het mysterieuze avontuur dat leven heet. Net wanneer het lijkt of het de juiste koers heeft gevonden neemt het een afslag richting het onbekende. Daar ga ik dan. Alweer. Terwijl ik me nog laat voortbewegen op het ritme van de muziek neem ik een duik in het gevreesde zwembad. Zo donker, zo verdrietig, zo eenzaam. Geen sprankeltje licht te bekennen. Een en al duisternis. In een draaikolk word ik onder water getrokken. Ingeslikt als een stuk voedsel. En niemand is er om mij te helpen.
Soms, als ik last heb van stemmingswisselingen, loop ik naar mijn moeder en vraag ik: ‘’Waarom? Waarom heb ik dit? Waarom kan het niet weggaan?’’. Met de vleugels van een engel vlieg ik richting mijn moeder en val ik in haar armen. ‘’Kom uit het donkere bad, mijn kind. Laat de muziek je in de richting van het licht leiden, want we hebben je nodig. Nu en altijd.’’
Snelle ademhaling. Happend naar adem kijk ik om mij heen. Een uitweg is nergens te vinden. De stem van mijn moeder echoot door mijn hoofd en zoekend naar uitgang laat ik me weer opslikken.
Altijd heb ik dat dwingende gevoel in mij dat mensen mij raar vinden, want ik ben niet zoals anderen. Vanaf mij geboorte tot de dag van vandaag werk ik hard, dag in dag uit, steeds opnieuw, om mee te kunnen draaien in het gewone leven. Doorzettingsvermogen zou je het kunnen noemen. Dat is dan ook de reden waarom je het op het eerste gezicht niet zult merken. Maar langzamerhand zal men het wel doorkrijgen. Helaas. Mijn leven bestaat uit moeilijke tijden en mooie tijden. Precies op het moment dat ik aan deze mooie tijden denk, glinstert er licht in mijn linkerooghoek. Daar is het. De uitgang. Mijn hartslag gaat omhoog. Al mijn focus is op het licht. Niet op vroeger, niet op de toekomst maar op het hier en nu. Naarmate ik er steeds dichterbij kom voel ik mijn kracht toenemen. Al die liefde van mijn vrienden, familie en klasgenoten. Ik voel het. Ik omarm het. Ik zwem door naar de uitgang. ‘’Moge ons wegen hier scheiden, mijn duistere vriend.’’ zei ik.
‘’Denk je dat een ‘normale’ toekomst mogelijk is?’’ klonk het.
‘’Wil je de waarheid weten?” zei ik terug. ‘
’Ik denk dat het een illusie is. Normaal bestaat niet. Het zal nooit bestaan. Niet in dit leven. Ik denk wel dat een mooie toekomst mogelijk is’’
‘’Alleen? Samen?’’
‘’Samen. Samen met alle mensen die om mij geven. Samen met hen zal ik een mooie toekomst voor mezelf creëren. Dat is de waarheid.’’